Vergeet de melk niet!

Heb ik de melk?
Zit alles in de tassen?
Heeft iedereen z’n kleren aan?
Waar zijn je schoenen nu weer.
Kom jas aan,
nee, het rammelschaap blijft hier.
Heb ik mijn kolfspullen?
Laarzen, waar zijn de laarzen nu weer.
Oja shit, nog nat van gister,
Dan die andere laarzen maar mee.
Zit de gewassen leenonderbroek weer in de tas?
Haas!
Gauw nog koffie in de thermosbeker.
Deur op slot.
Klim maar in je stoel,
nee, hup, we moeten gaan, in je eigen stoel.
Deur op slot?
Oh wacht,
Het dekje van de reiswieg.
Iedereen in de auto?
7:58, gered.
Kinderen afleveren.
Ja ik moet nu gaan, de trein halen.
08:15, gered
Geen melk, kwijl of modder op mijn jas?
Hoe zit mijn haar eigenlijk,
verwilderd of is dat meer hoe ik me voel?
Eerst koffie.
Nog twintig minuten de tijd,
om te switchen naar ‘goedemorgen!’
op kantoor.