Een dag na het slechtnieuwsgesprek

Ons meisje zit nog altijd veilig in mijn buik, 41 weken inmiddels. We switchen weer van het nieuwe hoofdstuk ‘kanker’ naar hoofdstuk ‘bevalling’ en zijn voor controle in het ziekenhuis.

We vertellen de verloskundige wat de uitslag is. Ze zijn meelevend en vragen wat we met oog op de bevalling het liefste willen.

Geen kanker en alleen een gezonde dochter, zou fijn zijn. Maar die keuze is er niet.

We besluiten in het kader van wat ons allemaal nog te wachten staat, dat het prettig zou zijn als ze ergens dit weekend geboren kan worden. Ik kan meteen terecht voor de voorbereiding van de inleiding, het plaatsen van een ballon. Ik moet meteen blijven omdat ik al een keizersnede heb gehad en niet thuis mag bevallen. Het duurt twee dagen tot er genoeg ontsluiting is om te starten met de inleiding en bevalling.

We lopen die dagen oneindig veel rondjes door het ziekenhuis. Af en toe met een schuin oog kijken we naar de poli waar we volgende week heen moeten. Als ik maar mee kan naar die afspraak.

Even uit het ziekenhuis. We drinken lekkere koffie bij een klein lief zaakje, net te belopen voor een hoogzwangere, met koffie en vers brood. Zouden ze zien dat ik even ontsnapt ben? Met een polsbandje voor je je toch een soort van illegaal buiten het ziekenhuis. Het lijkt hier niet uit te maken, er komt iemand in pyjama brood halen.

De zondag begint vroeg met een CTG en daarna wordt ik ‘beoordeeld’. Er is genoeg ontsluiting om te starten met de bevalling.

De verpleegkundige heeft er zin in, evenals de verloskundige en de gynaecoloog. Een beter begin dan destijds bij onze zoon.

Ik praat nog vrolijk, iets tè volgens de verpleegkundige, dus de weeënopwekkers worden wat opgehoogd. Oke, nu komen de serieuze weeën. Ik focus me al gauw op mijn ademhaling, zoals ik me had voorgenomen.

‘Oh goed bezig, ben je een yogatypje?’

Ik deed al een tijdje geen yoga meer, ben je dan nog een yogatypje?

Daarna volgt er een stortvloed aan vruchtwater en een dweilpauze. Ik stel me zo voor hoe dit voor de baby is, als de vliezen breken. Ik denk zoals vroeger in de disco, als de tl-lampen aan gingen, het feest was afgelopen en je naar buiten moest.

Mijn lichaam neemt de weeën over, er zit weinig tijd tussen. Ik knijp telkens in J’s hand en adem erdoorheen. Ik wissel ‘ik kan dit’ af met ‘dit gaat weer over’. Het kost me steeds meer moeite om niet ‘hoe lang nog’ te denken en terug naar de andere mantra’s te gaan. De verhuizingen van bad naar bed om de ontsluiting te checken zijn verschrikkelijk. En ook het draaien op mijn zij is bijna niet te doen. Ik wordt kortaf.

17:50, de gynaecoloog en de verloskundige komen weer, het vordert niet genoeg, ondanks bijsturen van de de weeën met de weeënopwekkers. ‘En we zien dat je het moeilijk hebt’. Ja goed, doe maar, antwoord ik, nog voor ze uitgesproken zijn over het besluit van een keizersnede. Als er maar een einde aan de pijn komt.

We mogen over een half uur naar de ok. Shit, nog een half uur?! De weeën zijn non-stop en niet te doen. Eindelijk bijna half 7, ze rijden mijn bed door de gangen. Door de gang waar je ook naar de koffiekamer loopt. Hoewel ik al mijn schaamte verloren ben die dag kan ik nog wel denken ‘wat moet dat een raar gezicht zijn zo’n puffende vrouw op een rijdend bed’. Verder kan ik alleen maar denken aan wanneer dit voorbij is.

Van de anesthesist moet ik op de harde operatieplank gaan zitten, als een boze kat. ‘We oefenen het vast even’ Oefenen? Zet nou maar die prik. Even later voel ik me ineens stukken beter. ‘Voel je dit?’ Wat? ‘Ja dat is het goede antwoord’ ‘We zijn begonnen’ en dan een paar minuten later ‘zijn jullie er klaar voor?’ En dan komt ze door het operatieluikje tevoorschijn. Ze laat zich meteen horen, onze mooie dochter.